Begroting 2019

Verschillenanalyse programma's

3.3Verschillenanalyse programma's

Verschillenanalyse Begroting 2019 ten opzichte van Rekening 2017 en Begroting 2018

2017

2018

2019

Verschil 2017

Verschil 2018

1. Ruimtelijke ontwikkeling

8.841

12.392

13.616

4.775

1.224

2. Landelijk gebied

58.348

55.035

54.325

-4.023

-710

3. Bodem, water en milieu

18.206

24.276

20.196

1.990

-4.080

4. Economie en energie

9.503

14.996

19.115

9.612

4.119

5a. Bereikbaarheid (excl. OV)

90.315

86.740

93.661

3.346

6.921

5b. Bereikbaarheid Openbaar vervoer

119.221

174.864

171.020

51.799

-3.845

6. Cultuur en erfgoed

14.704

22.653

21.065

6.361

-1.588

7. Bestuur en middelen

10.341

13.448

12.123

1.782

-1.325

Overhead

39.591

48.860

46.092

6.501

-2.768

1. Ruimtelijke ontwikkeling

33

0

0

-33

0

2. Landelijk gebied

7.463

7.243

3.631

-3.832

-3.612

3. Bodem, water en milieu

5.214

7.605

4.025

-1.189

-3.580

4. Economie en energie

1.216

484

63

-1.153

-421

5a. Bereikbaarheid (excl. OV)

29.332

7.817

4.664

-24.668

-3.153

5b. Bereikbaarheid Openbaar vervoer

172.287

145.836

116.593

-55.694

-29.243

6. Cultuur en erfgoed

6.378

1.902

1.527

-4.851

-375

7. Bestuur en middelen

1.565

333

320

-1.245

-13

Overhead

7.260

7.801

7.144

-116

-657

Tabel 6.7, Verschillenanalyse Begroting 2019

Toelichting verschillen t.o.v. Begroting 2018
Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling:
Lasten (+ € 1.224.000):

Hogere lasten ad € 1.731.000 bij het programma Binnenstedelijke ontwikkeling: Het programma betreftbijdragen aan integrale gebiedsontwikkelingsprojecten die een langere aanlooptijd hebben waardoor de uitgaven vooral in de laatste twee jaar van de vier jaar looptijd van het programma worden verwacht.

Lagere lasten ad € 500.000 doordat in 2018 een incidentele last is geweest door betaling van een stimuleringsbijdrage van het project Levenslustig Ondiep.

Programma 2 Landelijk gebied:
Lasten (€ -/- 710.000):
Het kasritme van het programma AVP is door de projectmatige aanpak jaarlijks wisselend , in 2019 is een toename op de begrote lasten van AVP t.o.v. 2018 van € 6.684.000. Belangrijke verschillen t.o.v. 2018 zijn; aanleg van de faunapassage onder de N237 bij Griftenstein. Daarnaast is de kavelruil bij Binnenveld afgerond in 2018, waardoor in 2019 gestart kan worden met PAS-maatregelen. Met ingang van de begroting van 2019 zijn de budgetten van AVP gekoppeld aan programma’s waar ze aan het bereiken van de doelen bijdragen. Dit zorgt voor een verschuiving van middelen naar de programma’s 3, 4 en 6 (€ 6.366.000). De toename van lasten van AVP op programma 2 is daardoor effectief € 318.000.
Natuurbeheer heeft in 2019 minder incidentele uitgaven begroot dan in 2019 (€ 534.000). Een groot deel van deze incidentele lasten in 2018 betrof de cofinanciering van de waterschappen voor POP-subsidies die de provincie voor hen aan RVO betaald.

Baten (-/- € 3.612.000):
Jaarlijks wordt voor baten uit verkoop van gronden €3,5 miljoen geraamd (verkooptaakstelling, zie paragraaf grondbeleid). Idem in 2019. In 2018 wordt verwacht dat er meer gronden verkocht zullen worden dan deze verkooptaakstelling van gemiddeld €3,5 miljoen per jaar. Vandaar het verschil met 2019.

Programma 3 Bodem, water en milieu:
Lasten (-/- € 4.088.000):

In 2018 staan incidentele bijdragen aan twee omvangrijke bodemsaneringen begroot, de sanering van de nedereindseplas € 1.567.000 en het vervolg van de sanering zijwateren vecht € 800.000.
Zowel voor het Provinciaal Uitvoeringsprogramma’s Externe Veiligheid (PUEV) (434.000) als het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht (NSL) (€ 2.705.000) staan in 2019 geen lasten begroot. Voor beiden zou 2018 het laatste jaar zijn. Echter de PUEV kent een doorloop naar 2019/2020 met bijdrage van het Rijk. Zodra dit in de circulaire is opgenomen, worden de lasten in 2019 alsnog begroot met de kadernota.
In 2019 zijn extra middelen beschikbaar (kadernota 2018) voor stimuleringsmaatregelen rondom asbestdaken (€ 345.000). De water- en bodemdalings-projecten van het uitvoeringsprogramma Agenda Vitaal Platteland zijn vanaf 2019 financieel ondergebracht onder programma 3 (€ 990.000 + € 611.000). De middelen gerelateerd aan Vaarwegenbeheer (€ 457.000) zijn vanaf 2019 in programma 5 ondergebracht omdat het beter past bij de doelen van Bereikbaarheid.

Baten (-/- €3.580.000):

Het programma Bodemsanering heeft in 2018 incidenteel een hogere bijdrage van het rijk voor sanering van waterbodems (€ 544.000). Zie lasten, voor NSL en PUEV ontvingen wij in 2018 rijksbijdragen (€ 2.705.000 en € 300.000).

Programma 4 Economie en energie:
Lasten (+ € 4.119.000):

Lagere lasten bij:
- incidentele lasten voor recreatiedoelen dan in 2018, zoals de bijdrage á € 2.375.000 aan de Provincie Noord -Holland voor het gebiedsakkoord Oostelijke Vechtplassen en € 1.300.000 voor de 1e tranche Toekomstplan Vinkeveense Plassen.
- lagere uitgaven cofinancieringsfonds ad € 660.000 doordat EBU meer stuurt op private financiering en inzet EFRO middelen.
- Energietransitie: lagere uitgaven ad € 1.000.000, met name bij het transformeren bij bestaande gebouwen van het extra budget uit het collegeprogrammaproject investeringsimpuls (energietransitie).

Hogere lasten bij:
-  het programma Recreatie om de Stad en overige AVP recreatieprojecten zijn vanaf 2019 financieel ondergebracht onder programma 6 (€ 3.600.000).
- In de kadernota is € 2.100.000 aangevraagd voor cofinanciering van de Vuelta, hiervan staat 900.000 in 2019 begroot.
- door toekenning extra budget ad € 500.000 voor vergroten investeringsvermogen in retail door OMU bij de kadernota 2019.
- door toekenning extra budget van € 2.900.000 bij de kadernota 2019 voor de doorontwikkeling economisch ecosysteem naar een regionale ontwikkelingsmaatschappij.

Baten (-/- € 421.000):
lager baten bij:
- in 2018 staat een incidentele baat van € 150.000 begroot voor de verkoop van de Middelwaardse Plas.
- in 2019 wordt bij het cofinancieringsfonds een Rijk in het kader van de MIT regeling (MKB innovatie topsectoren een lager uitkaering van € 211.000 verwacht.

Programma 5 Bereikbaarheid (excl. OV):
Lasten (+/+ € 7.000.000):
Per 1 januari 2019 is het nieuwe door PS vastgestelde Mobiliteitsprogramma 2019-2023 leidend voor de begroting 2019 van programma 5.
Ten opzichte van de begroting 2018 heeft dit diverse wijzigingen als gevolg.
Voor onderhouden en versterken wegen is de begroting als gevolg van het kapitaliseren van de investeringen  (afschrijvingen) de begroting bijgesteld met -/- €25.000.000.
Voor het project Noordelijke Randweg Utrecht is +/+ € 13.000.000 opgenomen a.g.v. het doorschuiven van niet ingezette budgetten
Daarnaast zijn voor de nieuwe doelen nieuwe begrotingen geraamd die in 2018 niet waren begroot wat leidt tot een wijziging van +/+ € 11.000.000.
Voor het programma VERDER is de begroting in het nieuwe mobiliteitsplan verhoogd met +/+ € 8.000.000.

Baten (-/- € 3.000.000):
In de begroting van 2018 is een incidentele baten van project BRAVO begroot -/- € 5.000.000.
Voor het programma RVM zijn baten doorgeschoven van 2018 naar 2019 +/+ € 2.000.000

Programma 5 Bereikbaarheid Openbaar Vervoer:
Lasten (-/- € 3.845.000):
Per 1 januari 2019 is het nieuwe door PS vastgestelde Mobiliteitsprogramma2019-2023 leidend voor de begroting 2019 van programma 5.
Ten opzichte van de begroting 2018 heeft dit diverse wijzigingen als gevolg.
Lagere lasten (€ 41,6 mln.) voor de uitvoering van het Regionale Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV).
Raming van de investeringsruimte kapitaallasten OV in 2019 groot € 18,6 mln. De investeringsruimte is het verschil tussen het investeringsplafond groot € 25 mln. bepaald in het Mobiliteitsprogramma en de geraamde kapitaallasten in 2019 van € 7,8 mln.
Hogere concessiekosten van € 10,7 mln. door lagere verwachte concessiekosten in 2018, indexering en het beschikbaar stellen van € 5 mln. voor zero emissie bussen opgenomen in de Kadernota 2018.
Hogere apparaatskosten van € 2,2 mln. van OV voornamelijk door het opnemen van tijdelijke formatie zoals ook besloten in de Kadernota 2018.
In het door PS vastgestelde Mobiliteitsprogramma 2019-2023 en de Nota Kapitaalgoederen Mobiliteit 2018 is het (gemiddelde)  budget per jaar voor Beheer en Onderhoud voor het tramsysteem vastgesteld op € 17,3 mln. Dit bedrag in de begroting 2019 verwerkt. Ten opzicht van 2018 is dat een verhoging van € 3,8 mln.
Conform het Mobiliteitsprogramma 2019-2023 is voor bijdragen OV een budget van € 2,5 mln opgenomen in 2019.

Baten (-/- € 29.243.000):
De lagere baten in 2019 wordt voornamelijk veroorzaakt door de inzet in 2018 van de nog niet ingezette BDU middelen opgenomen op de balans.

Programma 6 Cultuur en erfgoed:
Lasten (-/- € 1.588.000):
In 2018 waren een aantal incidentele hogere lasten. De bijdragen aan erfgoedparels zoals de domtoren en kerken kennen een onregelmatig kasritme, in 2018 is deze bijdrage € 1.400.000 hoger dan in 2019. Deze onregelmatigheden worden opgevangen via de reserve investeringsfonds provinciaal erfgoed.
Voor  het nominatiedossier Romeinse Limes als Unesco zijn € 375.000 extra lasten in 2018 voor. Dit wordt gefinancierd door andere partijen. Een extra impuls op het ruimtelijk erfgoedbeleid bedroeg € 150.000 voor het stimuleren van cultuurhistorische en archeologische waardekaarten ontwikkelen. Tevens was 2018 het erfgoedjaar, wat extra activiteiten en kosten met zich meebracht (€ 329.000). Deze uitgaven zijn gedekt uit de reserve CHS. Ten slotte is in 2018 een incidentele bijdrage gegeven voor de vernieuwing van Kamp Amersfoort (€ 500.000).
Tegenover bovengenoemde incidentele extra lasten in 2018 zijn de projecten binnen het programma AVP die bijdragen aan de doelstellingen van programma 6 zijn vanaf 2019 financieel ondergebracht onder programma 6 (€ 1.165.000).

Baten (-/- 375.000):
Zie lasten (Limes).

Programma 7 Bestuur en middelen:
Lasten(+ € -/- 1.325.000):
In 2019 is een stelpost opgevoerd voor het inverdieneffect bij de inhuur van € 1 mln. Deze stelpost is bij de kadernota 2019 opgevoerd als onderdeel van de financiering van de kosten van deKwaliteitsimpuls in publieke ondernemers en bedrijfsvoering.
Ook lagere lasten ad € 150.000 bij de accountantskosten door de incidentele last in 2018 voor het onderzoek Dolderseweg.

Overhead:

Lasten (-/- 2.768.000):

In 2018 zijn er incidenteel extra lasten begroot van € 1.036.000 voor het programma informatieveiligheid. Daarnaast is er in 2018 een extra dotatie ten behoeve van de voorziening groot onderhoud van € 4.000.000 opgenomen. In 2019 is er ten behoeve van de loonkosten incl. overhead € 1.600.000 extra begroot en voor de verdere ontwikkeling van ICT wordt er € 660.000 extra begroot.

Baten (-/- 657.000):

De opbrengst van servicekosten van de huurders is incidenteel verhoogd in 2018 (€ 650.000).

Toelichting verschillen t.o.v. Rekening 2017

Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling:
Lasten(+ € 4.775.000):
In de kadernota 2019 is er een extra budget toegekend van € 0,7 mln. voor uitbreiding van de formatie(tijdelijk voor 4 jaar).
Hogere uitgaven ad € 3,5 mln. omdat de bijdragen aan integrale gebiedsontwikkelingsprojecten een langere aanlooptijd hebben, waardoor de uitgaven vooral in het laatste jaar van de vier jaar worden verwacht.
Hogere uitgaven ad € 0,9 mln. bij de invoering van de nieuwe omgevingswet. 2017 was een opstartjaar.

Programma 2 Landelijk gebied:
Lasten (-/- € 4.023.000):
Voor het programma AVP zijn minder lasten begroot (€ 3.191.000) Zie toelichting AVP verschil t.o.v. begroting 2018. Daarnaast was in 2017 was een piek door de afronding van diverse projecten zoals fort aan de buurtsteeg.
Natuurbeheer had in 2017 per saldo een hogere besteding dan gemiddeld (€985.000) door een dubbele lastneming van subsidies van kasstelsel naar lasten/baten stelsel (3.100.000). Daar tegenover stond een onderbesteding op de meerjarige projecten agrarisch natuurbeheer (2.115.000). De saldering loopt via de reserve landelijk gebied. 2017 was het laatste jaar voor de greendeal zonnepanelen op asbestdaken (€ 154.000)

Baten (-/- € 3.612.000):
Het programma AVP verwacht in 2019 minder baten t.o.v. 2017 vanwege minder grondverkopen. In 2017 was hierin een piek. Daarnaast zijn in 2017 diverse incidentele baten, zoals ontvangen co-financiering, terugontvangen subsidies en vrijval van de risicobuffer bij verkoop van gronden, die in 2019 niet verwacht worden.
Natuurbeheer had eenmalig extra inkomsten (€ 800.000) vanwege een extra uitkering van het rijk en een bijdrage voor monitoring Subsidie Natuur en Landschap.

Programma 3 Bodem, water en milieu:
Lasten (€ 1.990.000 hoger):
Met de kadernota zijn extra middelen toegekend voor asbest daken (€ 345.000), waterkwaliteit (€ 1.125.000) en samenwerkingsagenda gezonde lucht (€ 250.000). De water- en bodemdalings-projecten van het uitvoeringsprogramma Agenda Vitaal Platteland zijn vanaf 2019 financieel ondergebracht onder programma 3 (€ 990.000 + € 611.000). De middelen gerelateerd aan Vaarwegenbeheer (€ 457.000) zijn vanaf 2019 in programma 5 ondergebracht omdat het beter past bij de doelen van Bereikbaarheid.
Het programma bodemsanering heeft een wisselend kasritme, in 2017 (en 2018) kende aan piek in saneringen ten opzichte van 2019, het einde van het programma is in zicht waardoor het aantal benodigde saneringen afneemt (-€ 620.000). Zie PUEV toelichting t.o.v. begroting 2018 (-€ 460.000)

Baten (-/- € 1.189.000):
Zie PUEV toelichting t.o.v. begroting 2018. Daarnaast was in 2017 een piek de ontvangen leges.

Programma 4 Economie en energie:  
Lasten (€ 9.612.000 hoger):
Vergroten investeringsvermogen in retail door OMU: hogere uitgaven ad € 0,5 mln. door toekenning extra budget bij de kadernota 2019.
Het programma Recreatie om de Stad en overige AVP recreatieprojecten zijn vanaf 2019 financieel ondergebracht onder programma 6 (€ 3,6 mln.).
Cofinancieringsfonds: lagere uitgaven cofinancieringsfonds ad € 1,2 mln. doordat EBU meer stuurt op private financiering en inzet EFRO middelen.
Economic Board Utrecht: hogere uitgaven ad € 2,9 mln. door toekenning extra budget bij de kadernota 2019 voor de doorontwikkeling economisch ecosysteem naar een regionale ontwikkelingsmaatschappij.
Merkversterking toerisme: hogere uitgaven ad € 0,9 mln. door toekenning extra budget voor cofinanciering Vuelta.

Hogere lasten door toekenning extra budget ad € 0,5 mln. voor vergroten investeringsvermogen in retail door OMU bij de kadernota 2019.

Hogere lasten ad € 0,9 mln.bij het coalitieprogrammaproject investeringimpulsenergietransitie. 2017 was nog gedeeltelijk een opstart jaar.

Baten(-/- € 1.153.000):

In 2017 is incidenteel een bijdrage van AVP voor de Vinkeveense plassen als baat geboekt (€ 400.000).
n 2019 wordt bij het cofinancieringsfonds een Rijk in het kader van de MIT regeling (MKB innovatie topsectoren een lagere uitkering van € 0,7 mln. verwacht.

Programma 5 Bereikbaarheid (excl. OV):
Lasten:
Per 1 januari 2019 is het nieuwe door PS vastgestelde Mobiliteitsprogramma 2019-2023 leidend voor de begroting 2019 van programma 5.
Ten opzichte van de jaarrekening 2017 heeft dit diverse wijzigingen als gevolg tussen de diverse beleidsterreinen opgenomen in het Mobiliteitsprogramma. Ook de incidentele financiele effecten werken hierin door, zoals de projecten VERDER en de uitgaven voor stationsgebied Driebergen-Zeist en Noordelijke Randweg Utrecht.

Baten:
De lagere baten in 2019 wordt voornamelijk veroorzaakt door ontvangen BDU baten in 2017 voor het Station Driebergen-Zeist en een afrekening in 2017 voor Randstadspoor.
Programma 5 Bereikbaarheid Openbaar vervoer:
Lasten:

Per 1 januari 2019 is het nieuwe door PS vastgestelde Mobiliteitsprogramma 2019-2023 leidend voor de begroting 2019 van programma 5.
Ten opzichte van de jaarrekening 2017 heeft dit diverse wijzigingen als gevolg.
De belangrijkste verschillen zijn:
Hogere lasten in 2019 (€ 6,2 mln.) voor de uitvoering van het Regionale Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV).
Hogere lasten voor de tram van € 24,9 mln. Belangrijkste ontwikkeling is de raming van het plafond van kapitaallasten voor investeringen OV van € 25 mln bestaande uit de werkelijke kapitaallasten en de investeringsruimte. Ten opzichte van 2017 geeft dat een verschil van € 19,2 mln. Tevens is in 2019 het gemiddeld budget groot € 17,3 mln. voor Beheer en Onderhoud van het tramsysteem opgenomen. Ten opzichte van de werkelijke lasten in 2017 is dat een verschil van € 4,4 mln.
Hogere concessiekosten van € 17 mln. door lagere verwachte concessiekosten in 2017 als gevolg van afrekeningen over 2016, indexering en het beschikbaar stellen van € 5 mln. In 2019 voor zero emissie bussen opgenomen in de Kadernota 2018.

Baten:

De lagere baten in 2019 wordt voornamelijk veroorzaakt door de inzet in 2017 van de nog niet ingezette BDU middelen opgenomen op de balans.

Programma 6 Cultuur en erfgoed:
Lasten (€ 6.361.000 hoger):
In 2019 zijn incidenteel extra uitgaven aan erfgoedparels, zoals een bijdrage voor de restauratie van de domtoren en duurzame kerken (€ 2.600.000).

Vanaf 2019 zijn de AVP projecten die bijdragen aan de erfgoeddoelen  ondergebracht onder programma 6 (€ 1.165.000).
Het programma NHW kent een wisselend uitgavenpatroon met name door de afhankelijkheid van de intitatieven van de gebiedspartners. In 2019 worden meer aanvragen verwacht van de partners die in 2017 nog achter bleven (€ 2.200.000).
In 2017 was een grote meevaller op het programma door het vervallen van oude subsidieverplichtingen op het gebied van cultuur, zorg en sport (€ 1.100.000).

In 2019 zijn minder uitgaven voor de Limes begroot door het (nog) niet opnemen van de bijdragen van de deelnemende partners (€ 355.000)

Baten (-/- € 4.851.000):
In 2019 zijn, in tegenstelling tot 2017, geen incidentele baten begroot. In 2017 is onder andere € 4.000.000 van het Rijk ontvangen voor de restauratie van de domtoren en partnerbijdragen voor de Limessamenwerking.  

Programma 7 Bestuur en middelen:
Lasten(+ € 1.782.000):
Hogere uitgaven van per saldo € 1,9 mln. In de kadernota 2019 is er extra budget toegekend voor uitbreiding van de formatie(kwaliteitsimpuls).

Baten(-/- € 1.245.000):

De dividendvergoeding van Vitens ad € 0,9 mln. wordt met ingang van 2018 niet meer op deze beleidstaak verantwoord.
In 2017 was er een incidentele bate ad € 0,5 mln. door vrijval van de pensioenvoorziening van GS.

Overhead:
Lasten (+ € 6.501.000):
Personeel en organisatie: Met de kadernota zijn extra middelen toegekend voor het traineeprogramma (€ 1.089.000). Met ingang van 2018 is het POB-budget (€ 658.000) van de medewerkers toegevoegd. Daarnaast was er in 2017 sprake van lagere WW-kosten (€ 455.000) en van extra lasten (€ 825.000) n.a.v. de CAO. Verder is er in 2019 sprake van hogere loonkosten overhead (€ 2,2 mln.), met name door toekenning extra middelen voor uitbreiding van de formatie.

Voor de doorontwikkeling van ICT is er extra budget (€ 660.000) toegevoegd aan de begroting van ICT. Verder was er in 2017 sprake van lagere ICT lasten (€ 2.697.000) dan begroot o.a. door uitstel van enkele aanbestedingen.

In 2019 zijn lagere lasten voor facilitair begroot (€ 527.000) met name doordat de lasten voor de steunpunten Huis ter Heide en De Meern overgeheveld zijn naar programma Bereikbaarheid en Paushuize op programma Bestuur en Middelen.

Overige verklaring van verschillen zijn de herverdeling van budgetten binnen bedrijfsvoering.

Baten (-/- 116.000):

Enkele incidentele interne opbrengsten worden niet begroot.