Begroting 2019

Uiteenzetting financiële positie

Stelposten en Algemene dekkingsmiddelen

Stelposten en Algemene dekkingsmiddelen

Toelichting Stelposten

Stelposten

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Onvoorzien

0

530

800

800

800

800

Loon- en prijsontwikkeling

0

0

2.055

6.230

10.405

14.580

Tabel 6.4, Stelposten

Onvoorzien
De stelpost onvoorzien bedraagt conform de kadernota 2019-2022 € 0,8 mln. per jaar.

Loon- en prijsontwikkeling
De stelpost loon- en prijsontwikkeling bedraagt in de kadernota 2019-2022 € 4,175 mln. in 2019. Zoals aangegeven in de Kadernota 2019-2022 is in deze begroting prijscompensatie toegekend indien er sprake is van contracten/afspraken waarin indexeringsafspraken zijn opgenomen die nagekomen moeten worden. Indien hierin geen indexeringspercentage wordt vermeld, wordt het percentage voor overheidsconsumptie uit de prognose CPB CEP 2018 gehanteerd. Voor de begroting 2019 is dat percentage 1,4%. Dit is ook het percentage wat is gebruikt voor het toekennen van de loon- en prijscompensatie over de vastgeklikte voormalige decentralisatie uitkering verkeer en vervoer.

Stelpost loon- en prijscompensatie

2019

2020

2021

2022

Kadernota 2019-2022

4.175

8.350

12.525

16.700

Mutaties:

Inzet prijscompensatie

-294

-294

-294

-294

Inzet compensatie voormalige V&V uitkering

-1.826

-1.826

-1.826

-1.826

Stand Begroting 2019

2.055

6.230

10.405

14.580

Bijstelling in Begroting 2019

-2.120

-2.120

-2.120

-2.120

Toelichting Algemene dekkingsmiddelen

Algemene dekkingsmiddelen

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Saldo treasury

-2.915

-2.288

-2.689

-59

-57

-57

Dividend

-144

-600

-1.200

-400

-400

-600

Uitkering provinciefonds

-98.734

-109.158

-122.991

-222.485

-230.753

-239.353

Opcenten motorrijtuigenbelasting

-119.420

-120.800

-122.008

-123.228

-124.460

-125.705

Overigen

-200

200

200

200

0

0

Saldo kostenplaatsen

-134

0

0

0

0

0

Mutaties reserves algemene middelen

56

-5.806

-1.290

-200

0

0

Tabel 6.5, Algemene dekkingsmiddelen

Saldo treasury
Het Saldo treasury is niet gewijzigd ten opzichte van de Kadernota 2019-2022 en bedraagt € 2,689 mln. in 2019.

Dividend

Conform de Kadernota 2019-2022 bedraagt het dividend € 1,200 mln. in 2019.

Uitkering provinciefonds
De Begroting 2019 wordt gebaseerd op de meicirculaire provinciefonds 2018. In de meicirculaire provinciefonds 2018 zijn aanpassingen doorgevoerd in de werkwijze ten aanzien van de ruimte onder het plafond BCF. Deze ruimte wordt toegevoegd aan het provinciefonds. In de meerjarenraming van de algemene uitkering provinciefonds wordt de ruimte onder het plafond BCF niet langer meerjarig mee geraamd (zoals eerder gebruikelijk was), waardoor deze bedragen (nog) niet meelopen in de uitkeringsfactoren. Hierdoor zijn de uitkeringsfactoren in de meicirculaire (meerjarig) substantieel neerwaarts bijgesteld, ten opzichte van de eerder verschenen (tussentijdse) maartcirculaire. Aangezien alleen het moment van verwerking van de ruimte onder het plafond BCF in de algemene uitkering wijzigt, heeft de nieuwe werkwijze geen gevolgen voor de uiteindelijke omvang van het provinciefonds. Om dit effect op te vangen wordt er gewerkt met een Raming i.v.m. ruimte plafond BCF. Dit is mogelijk omdat BZK ons wel informeert over de (geraamde ruimte onder het plafond BCF en de) uitkeringsfactoren inclusief plafond BCF. De ruimte onder het plafond BCF is voor begrotingsjaar 2019 volledig geraamd. Aanvullend hierop wordt ook in het meerjarenperspectief de onbenutte ruimte plafond BCF voor een deel geraamd. In de financiële uitwerking is in het meerjarenperspectief uitgegaan van 80% van de ruimte onder het plafond BCF. Voor dit percentage is gekozen omdat dit goed lijkt te passen binnen de door ons zelf meegegeven richtlijnen aan onze gemeenten: reëel en voorzichtig.

Vijfheerenlanden
Bij het opstellen van de meicirculaire 2018 was er nog geen overeenstemming over de aanvullende middelen die de provincie Utrecht ontvangt uit de Algemene Uitkering provinciefonds door de herindeling Vijfheerenlanden. De range ligt tussen de € 4 en € 6 mln. Zodra hierover meer duidelijkheid wordt verkregen, wordt dit (financieel) verwerkt in de december- of meicirculaire provinciefonds. Uitgaven die we vanaf 1 januari 2019 als gevolg van uitbreiding van onze provinciale taken moeten doen worden vooralsnog gedekt door de reguliere begrotingsposten. In de eerste begrotingswijziging van de Begroting 2019 (in de Voorjaarsnota 2019) kunnen deze middelen dan worden opgenomen.

Uitkering Provinciefonds

2019

2020

2021

2022

Kadernota 2019-2022

121.620

224.014

232.384

242.524

Mutaties:

Effecten meicirculaire 2018

-5.346

-7.966

-9.517

-12.512

Raming i.v.m. ruimte plafond BCF (80% v.a. 2020)

6.717

6.437

7.886

9.341

Stand Begroting 2019

122.991

222.485

230.753

239.353

Niet geraamde ruimte plafond BCF (20% v.a. 2020)

0

1.609

1.972

2.335

Opcenten motorrijtuigenbelasting
Ook de opgave motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op de meicirculiare 2018 en bedraagt in 2019 € 122,008 mln. Dit is een daling van € 1,901 mln. ten opzichte van de kadernota 2019-22. Daarnaast wordt er rekening gehouden met een groeipercentage van 1% per jaar (dit was 2,3%).

Bedragen x € 1.000

Opcenten MRB

2019

2020

2021

2022

Kadernota 2019-2022

123.909

126.759

129.674

129.674

Mutaties:

Effecten meicirculaire 2018

-1.901

-3.531

-5.214

-3.969

Stand Begroting 2019

122.008

123.228

124.460

125.705

Overigen
De post overigen bedraagt conform de kadernota 2019-2022 € 0,2 mln. in 2019.